
Borstkanker, en de behandeling ervan, kunnen langdurige effecten hebben op de patiënt. Pijn, vermoeidheid, neuropathie en angst voor het terugkeren van de kanker beïnvloeden de patiënt vaak nog geruime tijd nadat de behandeling is afgerond. Meer dan de helft van de borstkankeroverlevers ervaart deze effecten zelfs nog 5 jaar na de behandeling.1 Deze negatieve langetermijnimpact van borstkanker kan beperkt en zelfs voorkomen worden door overlevers de juiste tools te geven om na de behandeling zelf met hun gezondheid aan de slag te gaan.2 Nederlandse onderzoekers hebben bestudeerd waar de voorkeuren van patiënten liggen bij de beoordeling van hun zorgnoden en in de informatievoorziening.3
De noden na de behandeling voor borstkanker verschillen logischerwijs van patiënt tot patiënt. De behoefte aan steun en informatie is niet voor iedereen gelijk, waardoor een gepersonaliseerde aanpak optimaal is in de nazorgfase. Toch is het vaak lastig om de nazorg goed te personaliseren, en richtlijnen hiervoor ontbreken veelal. Om meer inzicht te verkrijgen in de behoeften omtrent nazorg van patiënten met borstkanker, hebben Nederlandse onderzoekers dit nader bestudeerd.
Het onderzoek werd gebaseerd op semigestructureerde interviews met 18 patiënten met borstkanker, waarvan 15 vrouw en 3 man. Deze deelnemers hadden minstens 3 maanden lang nazorg ontvangen in één van de vijf deelnemende ziekenhuizen. De inhoud van de interviews werd vervolgens geanalyseerd met behulp van een thematische analyse. Voor een uitgebreide bespreking van de resultaten kunt u het bronartikel raadplegen.
Meerdere patiënten gaven aan dat de nazorg die ze hadden ontvangen ofwel te intensief ofwel ontoereikend was. Op basis van die ervaringen stelden ze dat het hun voorkeur had om voorafgaand aan het nazorgtraject met de betrokken zorgprofessionals te bespreken waar hun behoeften liggen. Daarbij wilden de patiënten graag meer aandacht voor noden met betrekking tot het sociaal en emotioneel welzijn, en vroegen ze om een grotere focus op werkhervatting. Hiervoor wilden de deelnemende patiënten graag gebruik kunnen maken van een allesomvattende informatievoorziening, waarin mogelijke (late) effecten van de kanker en behandeling uiteengezet worden.
Ook vroegen ze om een duidelijk overzicht van de beschikbare ondersteuningsmogelijkheden, zodat ze zelfstandig met deze informatie aan de slag zouden kunnen gaan. Over het algemeen keken de deelnemers met een positieve blik naar het opstellen van een nazorgplan, omdat het ze een beter inzicht kan geven in hun noden, de mogelijkheden voor het verkrijgen van ondersteuning en de overeenkomsten die gesloten zijn met betrekking tot nazorg.
Op basis van hun onderzoek concluderen de auteurs dat het noodzakelijk is om de noden van patiënten omtrent informatie en zorg beter te bespreken en samenvatten in een nazorgplan, om zo gepersonaliseerde nazorg mogelijk te maken. Een sterk nazorgplan wordt door middel van gezamenlijke besluitvorm opgesteld door zowel de patiënt als zorgprofessional. Hiervoor zou een ondersteunende tool ontwikkeld kunnen worden, waarmee de beoordeling van noden en bijbehorende zorg in meerdere domeinen uitgevoerd kan worden. Zo kan gelaagde informatie worden aangeboden, en wordt het gebruik van een nazorgplan gefaciliteerd.
Referenties